Fruit: Stelechocarpus burahol (Kepel)

Algemeen

De kepel is een tropische boom die tot 25 meter hoog wordt en die bloeit met afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke groen-witte of rode bloemen op de stam en oudere takken, gevolgd door groene vruchten aan het onderste deel van de stam die rijpen naar bruin.

Opkweken

De kepel wordt bij ons als kuipplant opgekweekt. Gebruik kuipplantengrond of een mengsel van 60 % potgrond 30 % grof metselzand en 10% leem. Overwinter de plant van half oktober tot half mei bij 5 - 10°C. ’s Zomers op een beschutte en zonnige plek plaatsen. Bemesten van mei t/m augustus. Vermeerdering door zaaien van vers zaad. Rassen: n.v.t.

Snoeien

Onbekend.

Oogsten

De vruchten worden geoogst als ze verkleurd zijn. De rijpheid kan worden getest door aan de schil te krabben: rijpe vruchten zijn dan geel of licht bruin, onrijpe nog groen.

Gebruik

De vrucht is sappig en zoet en wordt vooral vers gegeten.